Depolarisatie en inclusieve seksuele zorg

 

Tekst uitgesproken bij de bijeenkomst: Rutgers dialoog: de strijd om seks, Den Haag 3 oktober 2019

Dr. B.E.Bartelink, Centrum voor Religie, gezondheid en welzijn, Universiteit Groningen

Ik hoef u hier niet te vertellen dat de polarisatie rondom seksualiteit een realiteit is. Wat u waarschijnlijk ook wel weet is dat religie in deze polarisatie wordt gebruikt als legitimatie om gender ongelijkheid in stand te houden of te bevestigen. Internationaal is er een patstelling tussen zij die opkomen voor de rechten van vrouwen en meisjes om eigen beslissingen te nemen over hun lijf, hun leven en hun seksualiteit en zij die dat als een bedreiging ervaren van een eigen ideologische positie. Zo ontstaat een ‘wij’ versus ‘zij’. Wij mensrechtenverdedigers tegen hen conservatieven, of vul maar in …… zij religieuzen, populisten, macho mannen. Als wij onszelf ‘pro-choice’ noemen beschuldigen we hen daartegen te zijn. Als zij claimen ‘pro-life’ te zijn, worden wij ervan beschuldigd tegen het leven te zijn. In al die identificaties zeggen we van alles over onszelf, maar ook over de ander. En precies daarom staat het inclusieve seksuele zorg in de weg.

Het is namelijk ook een realiteit dat de wereld divers is en dat de interactie tussen mensen van verschillende culturele en religieuze achtergronden in de komende decennia nog meer zal toenemen. Ook Nederland zelf is veel diverser geworden. Dit is op veel manieren een verrijking, we genieten van het voedsel en muziek uit alle delen van de wereld. Seksualiteit is echter een onderwerp waardoor verschillen tussen culturele en religieus diverse groepen vaak scherp naar voren komen. Recent onderzoek hier in Nederland laat zien, dat mensen met een Afrikaanse achtergrond zich vaak niet begrepen voelen en ervaren dat ze als anders gezien en behandeld worden. Ze gaan eerder naar een religieus leider dan naar gezondheidsprofessionals met vragen over seksualiteit. Ik interviewde overigens voornamelijk leiders met een sterke waardering voor de biomedische sector, maar een religieus leider is natuurlijk geen deskundige rondom seksualiteit en brengt een eigen normatief kader mee.

Juist omdat gender en seksualiteit de culturele en religieuze verschillen tussen mensen heel scherp in beeld brengen, is het van belang om beter te begrijpen hoe polarisatie werkt en af te wegen wanneer je juist depolariserende strategieën in wil zetten. Volgens trainer en adviseur Bart Brandsma, bestaat polarisatie in ideeën, meningen en krijgt brandstof door de taal die we gebruiken. Hij schreef een handzaam boek over polarisatie en depolarisatie dat ik u allen kan aanraden.

In het kader van mijn eigen onderzoek interviewde ik in de aflopen tien jaar mensenrechtenactivisten en gezondheidsprofessionals, theologen en religieuze leiders, feministen, seksuele voorlichters en ervaringsdeskundigen over de hele wereld. Hun ervaringen bieden praktisch inzicht in strategieën om te depolariseren:

  • Verleg je focus van de polen naar het midden, want daar vinden we mensen die niet bij de ene of de andere positie horen, maar de verschillen verbinden en overbruggen. Religieuze feministen bijvoorbeeld, die door theologisch en religieus werk tot andere inzichten en interpretaties komen van religieuze teksten en tradities. Het is interessant om te leren van hoe deze vrouwen seksuele rechten in hun eigen sociale context in gesprek brengen.
  • Het aanpassen van je toon en taal kan ook depolariseren. Door in lokale gemeenschappen een term als ‘schadelijke culturele praktijken’ te gebruiken voelen religieuze en culturele leiders zich weggezet en veroordeeld. Diezelfde leiders blijken op basis van waarden als vrede, liefde en respect vaak heel gemotiveerd om seksueel geweld tegen te gaan.

Depolarisatie vraagt om een andere toon in het gesprek. En zoals een mensenrechtenactivist in Libanon over zijn werk met religieuze leiders zei, als we een meer inclusieve samenleving willen realiseren dan moeten we zelf ook inclusieve taal gebruiken. Dat betekent eerst luisteren naar waar we kunnen aansluiten en vanuit gedeelde zorg kunnen werken aan meer gelijkheid tussen vrouwen en mannen.

Met dit gesprek in mijn achterhoofd kijk ik nog even naar de titel van vandaag. Dialoog: de strijd om seks. Ik vraag me af welke taal we willen spreken. Die van de Dialoog of die van de Strijd.

Bekijk ook het hele verslag van de bijeenkomst op https://dialoog-2019.rutgers.media/niet-doemdenken-maar-doendenken/